De vormstabiele (vroeger harde) contactlens kennen we het langst. Door ontwikkelingen in de materialen waaruit de contactlens bestaat en de verbeteringen in het design van de lenzen is het woord harde lens veranderd naar vormstabiele lens. Aanmeting van vormstabiele lenzen vraagt meer kennis en vaardigheid dan het aanmeten van een zachte lens. Deze vormstabiele lens moet goed aangepast zijn aan de bolling van het hoornvlies. Aan de hand van een foto van het hoornvlies bepalen we de bolling. Daarom zal een aanmeting van vormstabiele lenzen ook meer tijd in beslag nemen.
De cliënt moet in het begin wel wennen aan het dragen van de vormstabiele lenzen. De gewenningstijd is dan ook langer dan bij de zachte lenzen. In het begin voelt de cliënt de lenzen op het oog bewegen, maar op een gegeven moment verbetert het draagcomfort aanzienlijk. Wel blijft men bij het dragen van de vormstabiele lenzen het sneller voelen als er een vuiltje onder zit.
De gemiddelde vormstabiele lens gaat over het algemeen ongeveer 2 jaar mee. Bij zeer hoog zuurstof-doorlatende materialen is de vervangingstermijn korter. De lenzen moeten vervangen worden omdat ze dan vaak bekrast zijn, minder goed bevochtigen en/ of minder comfortabel gaan zitten. Uiteraard kan het ook zijn dat de lenssterkte moet worden aangepast. In principe kunnen alle sterkte afwijkingen met een vormstabiele lens gecorrigeerd worden.